‘Convenant Dierwaardige veehouderij zal enorme investeringen vergen’

03-03-2024 JOURE – Wanneer veehouders hun stallen aanpassen moeten aanpassen vanwege nieuwe eisen van het convenant Dierwaardige veehouderij vergt dat investeringen die voor de totale Nederlandse sector kunnen oplopen tot 5 miljard euro. Dat stelde Gé Backus, directeur van Connecting Agri & Food en lid van de Raad voor Dierenaangelegenheden tijdens een rondetafelgesprek met leden van de Tweede Kamer. Daarnaast zullen de operationele kosten voor veehouders naar schatting met 1,1 miljard tot 1,3 miljard euro toenemen.

De Tweede Kamer had voor het rondetafelgeprek diverse belangenorganisaties uitgenodigd om te spreken over het convenant dat minister Adema van LNV hoopt te sluiten met veehouderijorganisaties en dierenwelzijnsorganisaties. De minister wil met het sluiten van een convenant een alternatief zoeken voor een amendement op de Wet Dieren van de Partij voor de Dieren dat door de Tweede Kamer is aangenomen.

Backus wees er ook op dat het voor veehouders vrijwel onmogelijk is om nu een vergunning te krijgen voor het aanpassen en verbouwen van stallen. Hij had in zijn berekeningen al rekening gehouden met een krimp van de veestapel met 20 tot 30% als gevolg van het stikstofbeleid.

Het amendement in de Wet Dieren zou per 1 juli van kracht moeten worden tenzij er een alternatief voor wordt gevonden waarvoor het convenant Dierwaardige veehouderij de basis zou moeten vormen. Op basis van de extra bepaling in de Wet Dieren zou bij het houden van dieren elke beperking in het natuurlijke gedrag van dieren verboden moeten worden.

Adema vindt de juridische implicaties van een dergelijke bepaling in de wet niet te overzien en wil daarom als alternatief een Algemene maatregel van bestuur waarbij een convenant ‘Dierwaardige veehouderij’ het uitgangspunt zou moeten zijn. Over dat convenant is echter nog geen overeenstemming over. Maandag 4 maart spreekt de Tweede Kamer met Adema over zijn alternatief.