23-10-2023 JOURE – In het derde kwartaal van 2023 waren de prijzen van bestaande koopwoningen opnieuw in alle provincies lager dan een jaar eerder. Het grootst was de prijsdaling in Utrecht. Verder waren er in alle provincies minder woningtransacties. De prijsontwikkelingen zijn gebaseerd op de prijsindex van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.
Bestaande koopwoningen in Nederland waren in het derde kwartaal van dit jaar 4,6 procent goedkoper dan in het derde kwartaal van 2022. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2023 stegen de prijzen echter met 1,2 procent. Deze stijging volgde op drie kwartalen met een kwartaal-op-kwartaalprijsdaling.
Net als een kwartaal eerder waren in het derde kwartaal van 2023 de prijzen van bestaande koopwoningen in alle provincies lager dan een jaar eerder. De daling was met 6,7 procent het grootst in Utrecht en met 1,6 procent het kleinst in Limburg. Ten opzichte van een kwartaal eerder stegen de prijzen in alle provincies.
Ook in alle provincies minder woningtransacties
Het aantal bestaande koopwoningen dat in Nederland van eigenaar wisselde in het derde kwartaal van 2023 bedroeg 46 948. Dat was 6,9 procent minder dan een jaar eerder. In alle provincies was het aantal woningtransacties lager. Met 15,2 procent was de daling het grootst in Flevoland en met 0,2 procent het kleinst in Noord-Holland.
In het derde kwartaal van 2023 kostte een bestaande koopwoning gemiddeld 417 656 euro. De gemiddelde transactieprijs kan een andere ontwikkeling laten zien dan de prijsindex bestaande koopwoningen van het CBS en het Kadaster. In tegenstelling tot de prijsindex, wordt er bij de gemiddelde transactieprijs geen rekening gehouden met kwaliteitsverschillen van woningen. Voor het bepalen van prijsontwikkelingen van bestaande koopwoningen kan daarom beter de prijsindex gebruikt worden.
Grootste prijsdaling in gemeente Utrecht
Ook in de vier grootste steden van Nederland waren de prijzen van bestaande koopwoningen lager dan in hetzelfde kwartaal van 2022. Utrecht noteerde in het tweede kwartaal van 2023 met 8,1 procent de grootste daling. Met 4,7 procent was daling het kleinst in Rotterdam. In alle vier steden was de daling groter dan gemiddeld in Nederland. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023 stegen de prijzen in de vier grootste steden van Nederland.
In het derde kwartaal van 2023 gingen er in Rotterdam en Utrecht minder woningen van de hand dan een jaar eerder, maar in Amsterdam en Den Haag meer. Dat is hetzelfde beeld als in het tweede kwartaal van 2023.
Meer transacties appartementen
Van alle woningtypen waren de prijzen in het derde kwartaal van 2023 lager dan een jaar eerder. De prijsdaling was met 5 procent het grootst bij vrijstaande woningen en met 4,3 procent het kleinst bij tussenwoningen. In het derde kwartaal van 2023 wisselden alleen meer appartementen van eigenaar dan een jaar eerder (4,6 procent). Bij de andere woningtypen was het aantal woningtransacties lager. De daling was met 12,4 procent het sterkst bij hoekwoningen.