05-07-2025 JOURE – De ministeries van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur en van Infrastructuur en Waterstaat, Rijkswaterstaat en STOWA hebben het programmaplan ‘Omgaan met zout in landbouw, natuur en waterbeheer’ laten opstellen. De aanleiding is de toenemende verzilting van water en bodem mede door klimaatverandering.
Het programmaplan levert veel kennisvragen op, die zijn geagendeerd. Voor 2025 is 400.000 euro beschikbaar om een start te maken met de uitvoering van het programma. De programmapartners hebben de intentie de komende tijd de financiering voor de looptijd van het gehele meerjarige programma – geschat op 1 miljoen euro per jaar – op tafel te krijgen.
Klimaatverandering betekent dat rekening gehouden moet worden met meer en langer aanhoudende perioden van droogte in het voorjaar en de zomer, én ook met zeespiegelstijging. Deze effecten leiden tot meer verzilting van grondwater en oppervlaktewater en vervolgens ook van het bodemvocht in vooral het westen en noorden van Nederland. Door de toename van het neerslagtekort in de zomer wordt de mogelijkheid om zoetwater aan te voeren door de grote rivieren bovendien kleiner.
De ontwikkelingen hebben gevolgen voor het water- en bodemsysteem en de uiteenlopende grondgebruiksfuncties, met name landbouw en natuur. Het resulteert in diverse vragen in het waterbeheer die spelen op lokale, regionale en landelijke schaal. Maar ook in andere sectoren zoals drinkwater, industrie, landbouw en natuur zijn er gevolgen. Het is belangrijk dat enkele fundamentele kennishiaten worden ingevuld. Dat moet gaan gebeuren in dit programma.
Bij de uitvoer van het programma zijn in 2025 de kennisinstituten Wageningen Environmental Research, Wageningen Plant Research, Deltares, KWR en Van Geest Ecologie betrokken. De samenwerking met SALTA zal in de komende tijd worden versterkt. Het programma richt zich op vier hoofdvragen, die weer zijn onderverdeeld in een groot aantal deelvragen:
- Hoe zout is het bodemvocht en welke processen spelen hierbij een rol?
- Hoe zouttolerant zijn gewassen en natuurlijke vegetatie in de Nederlandse situatie, en wanneer treedt onherstelbare schade op?
- Hoe maken we de kennis die voortkomt uit antwoorden op de vragen 1. en 2. toepasbaar voor de praktijk, bijvoorbeeld in de vorm van modellen en tools?
- Wat is het effecten van zout op biodiversiteit en aquatische natuur?
Het programmaplan beoogt een meerjarig onderzoek om zo met langjarige meetreeksen kennis op te bouwen om de vragen over zout in de bodem en zouttolerantie van landbouw en natuur onder Nederlandse omstandigheden te kunnen beantwoorden. Die kennis kan vervolgens benut worden in tools en modellen om het handelingsperspectief voor waterbeheer, landbouw en natuur in kaart te brengen. Dergelijke tools helpen om inzichtelijk te maken waar en wanneer verzilting kan optreden, maar kunnen ook gebruikt worden voor onderbouwde adviezen over bijvoorbeeld aangepaste drainage en beregening.
De onderzoekers hoeven daarbij niet van de grond af aan te beginnen. Tools zoals Waterwijzer Landbouw, Waterwijzer Natuur en de Klimaatstresstest kunnen worden uitgebreid voor het berekenen van effecten van zout. Deze zullen inzetbaar zijn om risico’s op verzilting te kunnen inschatten, ook voor toekomstige omstandigheden. Op basis daarvan kunnen dan ook maatregelen worden doorgerekend om de effectiviteit na te gaan.