05-07-2024 JOURE – Acht Friese melkveehouders die met Wageningen University & Research bedrijfsplannen voor 2030 hebben uitgewerkt, zien toekomstkansen voor hun bedrijven in het Veenweidegebied wanneer daar de waterpeilen worden verhoogd. Het merendeel wil extensiever en duurzamer boeren. De acht verwachten veel van de Compensatie Systematiek Veenweiden (CSV) die op 28 juni is gepresenteerd.
Plannen maken voor het eigen melkveebedrijf in een tijd met veel onzekerheden over die toekomst. Dat is wat de acht melkveehouders hebben gedaan in 2023. Met als doel om het perspectief te verkennen voor drie bedrijfssystemen die aansluiten bij de behoeften van markt en maatschappij in 2030.
Dat zijn in volgorde van hoeveelheid geproduceerde melk per ha:
1 – Intensief bedrijf met 15.000 – 20.000 kg melk per ha.
2 – Extensief bedrijf met 30% land met beperkingen en 12.000 – 14.000 kg melk per ha, en
3 – Extensief bedrijf met 70% land met beperkingen en 8.000 – 12.000 kg melk per ha.
De genoemde beperkingen hebben te maken met natuurbeheer en verhoging van het waterpeil.
Perspectief van verschillende bedrijfssystemen
Binnen alle bedrijfssystemen leiden het hogere waterpeil en maatschappelijke wensen rond extensivering tot minder geproduceerde melk per hectare. Deels wordt dat veroorzaakt doordat het uitgangspunt was dat melkveehouders de schade die ontstaat uit peilverhoging gecompenseerd krijgen via de Compensatie Systematiek Veenweiden. Het gaat dan om vermogensschade (daling van grondwaarde) en inkomensschade. De CSV-systematiek is er op gericht de vergoeding deels in grond en deels in geld uit te keren.
Alle bedrijven streven ernaar hun totale melkleverantie op peil te houden of iets te verhogen. Dat kan door meer krachtvoer per koe te voeren of door extra grond aan te kopen en extra koeien te houden. Zowel de grondcompensatie als de aanvullende eigen grondaankopen leiden in bijna alle plannen tot extensivering: minder melk per hectare.
Op drie van de acht bedrijven loopt de melkleverantie iets terug, mede als gevolg van de verwachte slechtere kwaliteit van het gras op grasland met een hoger waterpeil. Voor de bedrijven met een extensief bedrijfssysteem is overschakeling op biologische productie de moeite van het verkennen waard. Eén bedrijf was bij de start al biologisch, twee bedrijven hebben een plan gemaakt waaruit blijkt dat de overgang naar biologisch economisch aantrekkelijk is. Zij zien in peilverhoging en natuurbeheer kansen om hun bedrijf verder te ontwikkelen.
Duurzaamheid verbetert
De opgestelde plannen zijn economisch haalbaar en verbeteren de duurzaamheid. De duurzaamheidswinst wordt deels veroorzaakt door extensivering. Die vermindert de milieudruk van het bedrijf. Daarnaast heeft ook de toename van agrarisch natuurbeheer een positief effect.
Meerdere ontwikkelrichtingen mogelijk
De melkveehouders hebben zeer uiteenlopende plannen opgeleverd. De verschillen worden deels veroorzaakt door verschillen in ideaalbeelden die de melkveehouders hebben over het toekomstige melkveebedrijf. Maar ook door verschillen in de manier waarop wordt gekeken naar kansen en bedreigingen in markt en maatschappij. Ook de uitgangssituatie is van invloed, met name het niveau van de schuld en de mestplaatsingsruimte. De eigen motivatie voor een plan en de creativiteit om het in te vullen en het gewenste resultaat te halen, zijn sterk bepalend voor een goed verdienmodel.
Aanbevelingen
Op basis van de ervaringen met dit proces van planvorming zijn aanbevelingen gegeven voor melkveehouders, overheden, afnemers en leveranciers om het maken van perspectiefvolle plannen binnen ieder bedrijfssysteem beter te ondersteunen. Ze roepen het waterschap en de provincie op om meer samen te werken met boeren aan peilverhoging en waterbeheer en benadrukken daarbij dat de Compensatie Systematiek Veenweiden een essentieel instrument is om toekomstperspectief te houden bij hogere waterpeilen. Daarvoor vragen ze om een actief provinciaal grondbeleid en grondcompensatie die extensivering voor melkveehouders mogelijk maakt, hoog op de prioriteitenlijst te zetten.