10-04-2025 JOURE – Met bijna 34.000 verkopen in het 1e kwartaal, zit er flink vaart in de huizenmarkt. Dit is veel meer dan in dezelfde periode in drie voorgaande jaren. De gemiddelde transactieprijs komt uit op 473.000 euro. Dit is een kleine prijsdaling van 1,8% ten opzichte van het vorige kwartaal, maar dit gebeurt vaker in een 1e kwartaal. Op jaarbasis is de prijsstijging nog altijd bijna 10%. Opvallend is dat 1 op de 5 verkopen een voormalige huurwoning is, waarvan tweederde appartementen. In de G4-gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen is dit zelfs bij 2 op de 5 het geval. Deze ‘uitpondwoningen’ zijn vaak wat kleiner en eenvoudiger, waardoor ze de verkoopprijzen dempen.
Het is bemoedigend om te zien dat de woningmarkt aantrekt met meer verkopen en een breder aanbod. Een flink deel daarvan zijn betaalbare voormalige huurwoningen, die met name voor starters ruimte bieden om de koopwoningmarkt te betreden. Voor starters op de huurwoningmarkt wordt de situatie daarentegen steeds schrijnender. Tegelijkertijd moeten we zorgen dat ook nieuwbouw weer beter haalbaar én betaalbaar wordt. En daar is slimmer, eenvoudiger en sneller ontwikkelen voor nodig. De eerste terugkoppeling van de adviesgroep STOER geeft minister Mona Keijzer een uitstekend startpunt om nu echt tempo te maken. Veel voorstellen zijn snel uitvoerbaar, binnen bestaande wet- en regelgeving. Schrappen van overbodige regels, ruimte geven voor lokaal maatwerk en zorgen voor duidelijkheid in procedures – het kan allemaal zonder kwaliteitsverlies. Als deze lijn wordt doorgezet, komt de ambitie van 100.000 nieuwe woningen per jaar een forse stap dichterbij en helpt het om de druk op de woningmarkt te verlichten.’
Meer woningen verkocht dan jaar geleden
In vergelijking met vorig jaar zijn er dit kwartaal veel meer woningen verkocht: bijna 34 duizend woningen, ruim 13% meer dan in het 1e kwartaal van 2024. Er zijn vooral meer appartementen verkocht. Die stijging is grotendeels veroorzaakt door de sterke toename van het aantal uitpondingen.
Kleine prijsdaling, op jaarbasis wel stijging
De gemiddelde huizenprijs in Nederland laat dit kwartaal een kleine daling zien van 1,8%. De transactieprijs daalt daarmee van 485.000 euro naar 473.000 euro. Dit is niet ongebruikelijk voor een 1e kwartaal. In de afgelopen 5 jaar noteerden we 4 keer een kwartaal met een kleine prijsdaling. Op jaarbasis stijgen de prijzen met 9,7%. Hier is te zien dat de prijsstijging bij appartementen iets lager is dan bij de overige woningtypen. Het grotere aanbod aan uitpondwoningen, vaak goedkopere appartementen, drukt deze prijsontwikkeling.
Uitpondingen drukken de verkoopprijzen
Landelijk is de gemiddelde transactieprijs van bestaande woningen nu 473.000 euro. Voor alleen uitpondwoningen is dat 404.000 euro. Die uitpondingen trekken de prijs dus omlaag. Zonder uitpondingen was de gemiddelde transactieprijs landelijk 9 duizend euro hoger uitgekomen op 482.000 euro. Het neerwaartse prijseffect van uitpondingen is daarmee landelijk -1,9%.
Gemiddeld 4,4% boven de vraagprijs betaald
Voor alle verkochte woningen in Nederland geldt dat er afgelopen kwartaal gemiddeld 4,4% boven de vraagprijs werd betaald. Voor tussenwoningen is het vraag-verkoopprijsverschil met 6,6% het grootst. Bij vrijstaande woningen is de markt wat ruimer, waardoor gemiddeld 0,6% onder de vraagprijs is betaald. Nog steeds werd bij ruim tweederde (68%) van alle woningverkopen overboden op de woning. Bij tussenwoningen lag dit aandeel zelfs op 80%.
Meer aanbod, vooral meer appartementen
Het aanbod van bestaande koopwoningen steeg in het 1e kwartaal 2025 met 15% naar bijna 26 duizend woningen. Het aandeel appartementen in het totale aanbod neemt hard toe. Vijf jaar geleden lag dat aandeel nog onder de 20%. Dit kwartaal stijgt het naar meer dan 33%. Dat komt – zoals aangegeven – omdat het aantal uitpondingen hard toeneemt en een groot deel van die uitgeponde woningen een appartement is.
Woningmarkt blijft krap
De krapte-indicator komt uit op 2,3 – dezelfde stand als een jaar geleden. Dit betekent dat een woningzoekende gemiddeld 2,3 mogelijk geschikte woningen heeft om uit te kiezen. De markt voor tussenwoningen is het krapst, de indicator staat op 1,7. Voor vrijstaande woningen staat de indicator op 4,3. Op enkele uitzondering na is dit kwartaal te zien dat de krapste regio’s de gebieden in het oosten van het land zijn. Dat is bijzonder: de afgelopen jaren was het vaak zo dat de woningmarkt in de Randstad-gemeenten het meest oververhit was. Dat is nu niet meer het geval, mede door de toename van het aantal uitpondingen neemt het aanbod toe. De gebieden in de rest van het land maken een inhaalslag, waarmee de krapte in die regio’s toeneemt.
Vraagprijzen stijgen bijna 6,5% op jaarbasis
De gemiddelde vraagprijs van te koop staande woningen ligt 6,5% hoger dan een jaar geleden. Toen 554.000 euro, nu 575.000 euro. Voor alle woningtypen geldt dat de vraagprijs hoger ligt dan een jaar geleden, maar vooral bij vrijstaande woningen is de ontwikkeling hard gegaan: een vraagprijsstijging van bijna 12%. Vorig jaar lag de vraagprijs nog net boven de 8 ton, inmiddels is dat 9 ton.