Onderwaterdrainage in veenweidegebieden helpt tegen bodemdaling

23-06-2019 JOURE – Onderwaterdrainage is één van de mogelijkheden om de maaiveld daling in het Nederlandse veenweidegebied te verminderen. De keerzijde is dat onderwaterdrainage juist in droge perioden extra water vraagt. Dat stelt het onderzoeksinstituut Deltares. Ongeacht de gekozen maatregel om maaiveld daling te beperken zal de toekomstige zoetwatervraag waarschijnlijk per definitie toenemen. Bijvoorbeeld natte teelten in combinatie met slootpeilverhogingen leiden ook tot een extra watervraag.

De afgelopen jaren is in een aantal proeven de toename van de watervraag op perceelschaal van veengebieden in kaart gebracht. In het recent uitgebrachte onderzoek van Deltares en Wageningen Universiteit en Research is de regionale toename van de watervraag voor onderwaterdrainage voor West-Nederland getoetst. Daarbij is de kennis uit lokale proefprojecten vertaald naar scenario’s voor het landelijk hydrologisch model.

Resultaten wisselend
In de proeven met onderwaterdrainage zijn de resultaten wisselend voor wat betreft het effect op de grondwaterstand. In het onderzoek lukte het niet altijd om voldoende water via de drains te laten infiltreren. Tijdens de proeven zorgden de onderwaterdrains gemiddeld voor 5 tot 10 centimeter verhoging van de laagste grondwaterstanden. Deze methode van onderwaterdrainage zou op regionaal niveau in een droge zomer volgens de modelstudie voor ongeveer 4% extra watervraag zorgen. 

Meer inlaatwater nodig bij gebruik van extra pomp
Voor een substantiëler effect ter voorkoming van de maaivelddaling is een grotere infiltratie van water nodig. In proeven waarbij de drains werden uitgerust met een pomp, bleek een verhoging van de grondwaterstand met 30 tot 40 centimeter mogelijk. Om dit te realiseren zou regionaal ongeveer 18% extra inlaatwater nodig zijn. 

Langjarige metingen nodig
De resultaten van deze studie kunnen meewegen in beleidsmatige afwegingen ten aanzien van de toepassing van onderwaterdrainage voor veenweidegebieden. Voor meer zekerheid wordt aanbevolen om langjarige metingen te doen zodat de effecten op grondwaterstanden, maaivelddaling, broeikasgasemissies en waterkwaliteit voor de drogere jaren in de toekomst beter kunnen worden voorspeld.