Natuur blijkt gevoeliger voor stikstof dan eerder gedacht – eisen worden (nog) strenger

31-08-2023 JOURE – Delen van de Nederlandse natuur blijken nog gevoeliger voor stikstof dan eerder gedacht. Dat blijkt uit een nieuw rapport over de kritische depositiewaarden dat werd opgesteld in opdracht van de minister voor Natuur en Stikstof. De onderzoekers hebben internationaal onderzoek naar de Nederlandse situatie vertaald. De opgave om de natuur op een gezond niveau te krijgen en wettelijke doelen te halen, wordt daarmee groter.

De kritische depositiewaarde is de wetenschappelijk bepaalde waarde waarboven het risico bestaat dat natuur significante schade lijdt door de invloed van stikstofdepositie. Die waarde is per type natuur verschillend. De waarden worden ongeveer elke 10 jaar op Europees niveau geactualiseerd op basis van internationaal onderzoek. Het nieuwe  rapport is een vertaling voor de Nederlandse natuur op basis van het eerdere Europese rapport over de kritische depositiewaarden dat vorig najaar uitkwam.

De impact van de bijgestelde kritische depositiewaarden is afhankelijk van hoeveel stikstof er in de praktijk op een locatie neerdaalt. Ieder jaar werkt het RIVM deze cijfers bij. Uit de eerste resultaten van de dit jaar door het RIVM doorgevoerde wetenschappelijke inzichten, nieuwe cijfers en metingen blijkt dat ook de totale stikstofdepositie in Nederland hoger is geworden, zowel in de huidige situatie als in de verwachting voor toekomstige jaren. Deze combinatie zorgt ervoor dat meer natuur overbelast is en dat  meer maatregelen nodig zijn om de natuur te herstellen. In welke natuurgebieden dat precies is, wordt nu door het RIVM uitgezocht en zal later dit najaar gepubliceerd worden.

In de Wet stikstofreductie en natuurverbetering is opgenomen dat Nederland voldoende oppervlakte in Natura-2000 gebieden met stikstofgevoelige natuur moet beschermen tegen een overbelasting door stikstofdepositie. De oppervlakte die niet meer overbelast is door stikstof, is volgens het RIVM naar verwachting gedaald. In 2025 zou 39% van de oppervlakte niet meer overbelast zijn, met de nieuwe cijfers is dat nog 29%. In 2030 gaat het om respectievelijk 43% wat gedaald is naar 30%.

Belangrijke kanttekening hierbij is wel dat recente voorstellen, zoals de uitwerking van het Nationaal Programma Landelijk Gebied en de Aanpak Piekbelasting, niet meetellen in deze cijfers. Daarmee wordt sterk ingezet op het terugbrengen van de overbelasting op de natuur.

In de Wet stikstofreductie en natuurverbetering is vastgelegd dat in 2025 ten minste 40% van de stikstofgevoelige natuur op een gezond niveau moet zijn. Minister Van der Wal laat het RIVM onderzoeken welk effect  het huidige beleid nog kan hebben. Daarnaast wordt samen met provincies bekeken wat dit betekent voor de gebiedsprocessen en de vergunningverlening.

De grote fluctuatie in de cijfers laat zien dat het lastig sturen is op een maatstaf als de kritische depositiewaarde die met nieuwe inzichten verandert. De minister vindt het daarom van belang dat het onderzoek naar een alternatief voor deze waarde in de wet doorloopt. Van deze verkenning is de eerste fase recent afgerond. In het vervolg wordt de komende maanden een haalbaarheidsonderzoek gedaan, waarin wordt onderzocht of een alternatief ecologisch effectief, juridisch houdbaar en uitvoerbaar is.