02-07-2019 JOURE – Uit het ‘Onderzoek Cliëntprofielen’ komt naar voren dat 65% van de Friese jeugd met een maatregel, te maken heeft met verschillende vormen van kindermishandeling. Dit onderzoek (1.089 cliënten) over 2018 is door Jeugd- en Gezinsbescherming (onderdeel van Regiecentrum Bescherming en Veiligheid) gedaan. Het gaat om die groep jeugdigen die ernstig in hun ontwikkeling wordt bedreigd. Zij hebben een (beschermings)maatregel, omdat vrijwillige hulpverlening niet meer mogelijk is.
In de groep jeugdigen die met kindermishandeling te maken heeft, zijn drie vormen opvallend gestegen:
- Ruim 39% van de jeugdigen heeft te maken met psychische verwaarlozing, bijvoorbeeld: de jeugdige krijgt geen of nauwelijks aandacht en genegenheid
(in 2017 was dit 29%). - Bijna 21% van de jeugdigen heeft te maken met psychische mishandeling, bijvoorbeeld: de jeugdige hoort voortdurend van ouders dat het ongewenst is
(in 2017 was dit ruim 15%). - Bij ruim 20% van de jeugdigen is er sprake van lichamelijke verwaarlozing, bijvoorbeeld: de jeugdige slaapt op de grond in een vervuilde kamer
(in 2017 was dit ruim 13%).
Opvallend is ook dat 41% van de jeugdigen uit het onderzoek, opgroeit in een gezin waarin sprake is van een opeenstapeling van complexe problemen. Dat is een stijging van bijna 10% ten opzichte van 2017. Mogelijk heeft deze stijging verband met de stijging van kindermishandeling. Voor ouders met veel ‘eigen’ problemen, is het veel moeilijker om voor hun kind een goede opvoeding te bieden. Vaak zijn hoog opgelopen ruzies en escalaties na een echtscheiding en (huiselijk) geweld onderdeel van deze problemen.
Het belangrijkste advies uit het onderzoek is het blijven garanderen van een sterke Friese jeugdzorgketen, die gezamenlijk staat voor de veiligheid van jeugd. Daarbij is alertheid, vakkundigheid en (op tijd) ingrijpen nodig wanneer jeugdigen te maken hebben met kindermishandeling. Veiligheid duurzaam herstellen kan alleen in een gezamenlijk proces van cliënten en professionals met een concreet plan van aanpak waarbij terugkerend wordt gekeken of veiligheid voor de jeugdige is bereikt.